De procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ probeert geschillen te regelen zodat een rechtszaak kan vermeden worden. Meestal gaat het om geschillen tussen een verdachte en een slachtoffer. Maar ook in dossiers waar geen slachtoffer voorkomt kan de procedure, onder de vorm van maatregelen, aan een verdachte worden voorgesteld. Het is het parket (de procureur des Konings, de arbeidsauditeur of de federale procureur) die de procedure voorstelt na feiten waarbij hij oordeelt dat de gevangenisstraf niet boven de 2 jaar zal komen.
Voorwaarden
Bemiddeling en maatregelen is een vrijwillige procedure. De verdachte moet wel zijn burgerlijke aansprakelijkheid voor de feiten erkennen en de partij(en) moet(en) actief meewerken.
Bemiddeling
Het parket kan een bemiddeling voorstellen als er een geschil is tussen verdachte en slachtoffer. Deze bemiddeling kan leiden tot bijvoorbeeld excuses, een schadevergoeding e.a.
Maatregelen
Het parket kan ook één of meerdere maatregelen aan de verdachte voorstellen, zoals:
- Therapie (bv. bij ziekte of verslavingsproblematiek)
- Vorming (bv. rond verkeersveiligheid, agressiebeheersing…)
- Dienstverlening (onbetaalde activiteit ten dienste van de gemeenschap)
Procedure
Het parket stuurt het dossier naar het justitiehuis. De justitieassistent van het justitiehuis nodigt de verdachte (en eventueel het slachtoffer) uit voor een gesprek. Als een bemiddeling werd aangevraagd, zal de justitieassistent proberen een overeenkomst te bereiken tussen de verdachte en het slachtoffer. Als het parket een (bijkomende) maatregel voor de verdachte voorstelt, zal de justitieassistent de haalbaarheid en geschiktheid hiervan nagaan samen met de verdachte.
De justitieassistent volgt ook de naleving van de bemiddelingsovereenkomst en de overeenkomst maatregel(en) op. De verdachte bezorgt de justitieassistent bewijsstukken waaruit blijkt dat hij de maatregel(en) volgt.
Als de verdachte de maatregel(en) heeft uitgevoerd en/of de bemiddelingsovereenkomst nakomt, wordt hij niet vervolgd en komt er geen vermelding op het strafblad. Als een overeenkomst tussen verdachte en slachtoffer daarentegen onmogelijk blijkt en/of de verdachte de (bijkomende) maatregel(en) niet aanvaardt, wordt de procedure stopgezet. Ook als de overeenkomst of de maatregel niet tot een goed einde wordt gebracht, kan de procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ mislukken. In beide gevallen beslist het parket over het verdere verloop van het dossier.
De verruimde procedure
De procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ kan ook worden opgestart tijdens een gerechtelijk onderzoek (dus wanneer een onderzoeksrechter met het onderzoek is belast) en zelfs wanneer de zaak al bij de rechtbank of het hof lopende is.
Het voorstel tot ‘bemiddeling en maatregelen’ blijft bij het parket (de procureur des Konings, de arbeidsauditeur of de federale procureur) en de uitvoering ervan gebeurt ook hier door de justitieassistent. De hierboven omschreven procedure blijft ook dezelfde.